"Samen ondernemen is het mooiste wat er is" - Ruud Bosch, Wihabo

Ruud Bosch

Paspoort

  • Naam
    Ruud Wilhelmus Theodorus Bosch (d'n Urste)
  • Roepnaam
    Ruud
  • Geboortedatum
    29-07-1981
  • Geboorteplaats
    Oeteldonk
  • Getogen
    Waoterrijk
  • Woonplaats
    Waoterrijk
  • Partner
    Inge Bosch

De tijdlijn van Ruud

  • 1985
    Ruud gaat voor het eerst naar basisschool De Hoogakker. In Nuland natuurlijk.
  • 1994
    Op naar de middelbare: hij kiest voor de MAVO op het Maasland College.
  • 1998
    Vervolgens begint Ruud aan de opleiding Detailhandel op het Koning Willem I College in Den Bosch. Hij haalt zijn diploma voor ‘zelfstandig ondernemer’ met een duidelijk toekomstbeeld in z’n achterhoofd. Ooit zou hij zijn eigen toko hebben. Het liefst een sportzaak.
  • 2001
    Het loopt compleet anders. Ruud begint bij Wihabo. De drukkerij van zijn vader Willy en oom Hans.
  • 2008
    Samen met z’n broer Joris stapt Ruud in de directie. Het jaar 2008 is meteen het beste ooit, maar dan komt de crisis. Een lastige tijd. Maar Wihabo knokt en krabbelt omhoog. Nu staat er een schitterende, creatieve, anders-denkende onderneming.

Top-3: Ruud houdt niet van...

  1. Chocolade. Is dat gek? Ruud is toch geen vrouw? Nee, maar hij werkt wel veel samen met Tony’s Chocolony. Heel veel.
  2. Elke dag hetzelfde werk doen. Daarom is-ie nogal van het automatiseren.
  3. Slechte carnavalskranten.

Top-3: Ruud houdt wel van...

  1. Klets. Hoe meer knipogen er aan een verhaal zitten, hoe beter.
  2. Janus de Zeebink.
  3. Ondernemen, dat zit er gewoon in.

Niks is te gek (1)

“Samen ondernemen is het mooiste wat er is”

Terug naar het jaar 1986. Onbewust en misschien wel onbedoeld waren Willy (Ruuds vader) en diens broer Hans aan het bouwen aan een familiebedrijf. Overdag was de één leraar in het voortgezet onderwijs en werkte de ander als levensmiddelentechnoloog. ’s Avonds klusten ze samen in de garage. Hier hadden ze een mini-drukkerij voor particulieren en vooral voor verenigingen.

De twee hadden er schik in. Het werd drukker en drukker. Serieuzer en serieuzer. In 1992 besloot het duo zelfs hun baan op te zeggen en een sprong in het diepe te wagen. “Ze kochten grond in Geffen, omdat er in Nuland – waar ze vandaag komen – geen plek was”, duikt Ruud de geschiedenis in. “Daarna is Wihabo* met de wens van de klant meegegroeid. Mijn vader en oom hebben eigenlijk continue in nieuwe dingen geïnvesteerd. Dat hebben ze goed gedaan.”

Wat hebben ze nu weer bedacht?

De tweede generatie

Het is een wijze les voor Ruud geweest. Zo lijkt. Of blijkt. Hij doet in elk geval hetzelfde. Opdrachtgevers zijn leidend en daarbij is niets te gek. “Bel me nooit met de vraag of iets gemaakt kan worden? Want het kan altijd.” De ondernemer is een positivo. Hij ziet kansen, deinst niet gauw terug en hij is enthousiast. Honderduit vertelt-ie over de bizarre projecten die hij gedraaid heeft en die zijn werknemers soms tot waanzin drijven. Door de wandelgangen klinkt geregeld een zucht die gevolgd wordt door een glimlach: wat hebben ze nu weer bedacht?

“Zo hebben we voor Heijmans wel eens een boom gekapt om daar een maquette op te zetten. Dat paste bij de boodschap. En bij een aanbesteding hebben we ooit een drukkerij op locatie gemaakt. Gewoon, hup, die printer mee”, geeft Ruud enkele voorbeelden. “Voor een ander bedrijf hebben we zelfs een wikkelmachine aangeschaft. Ik heb de leverancier drie keer moeten bellen. Jullie zijn toch een drukkerij? Hij bleef het zich afvragen.”

Niet de minste

Dat andere bedrijf is Tony’s Chocolonely**. Eén van de mooiste en meest belangrijke klanten van Wihabo. “Zonder een ander tekort te doen”, haast Ruud zich oprecht toe te voegen. “We zijn al jaren samen aan het ondernemen en dat is het mooiste wat er is. Via een gedeelde relatie zijn we met elkaar in contact gekomen. Zij wilden dat mensen een reep met een gepersonaliseerde wikkel konden bestellen en wij wilden die uitdaging wel aangaan. Van order tot verzending uit Geffen.”

“Ik zie de medewerkers van Tintelingen bijna net zo vaak als mijn eigen collega’s”

Ze gingen aan de slag. Er kwam een vouwmal en het aantal wikkels groeide snel. Van een paar in de week tot bijna een miljoen per jaar. Een miljoen! Het vouwproces werd continue door‘ontwikkeld’ en er kwam een aparte Tony’s-afdeling. Continue zijn er drie werknemers bezig met deze ene klant. Alles draait om de perfect reep. “We hebben wel eens 8.000 repen in 24 uur de deur uit gedaan”, vertelt Ruud. “En onlangs hebben we 500.000 unieke wikkels geprint. Geen één hetzelfde.”

Een andere aansprekende klant met wie zo intens wordt samengewerkt is Tintelingen**. Al is ‘klant’ eigenlijk een verkeerd woord. “Je kunt ons bijna collega’s noemen. Ik zie de medewerkers van Tintelingen bijna net zo vaak als mijn eigen collega’s.”

Creatief

Het kenmerkt de ondernemer en met hem heel Wihabo. Ze gaan ver en werken hard. Daarnaast moet er altijd tijd en ruimte zijn voor lol en creativiteit. Zo is de showroom van de drukkerij een soort museum en wordt de Tony-afdeling gesierd door geinige kreten op de muur. Ook voert de rondleiding langs een compleet ingerichte tafelvoetbalhoek. “Toen Oranje zich niet plaatste voor het WK dacht ik: dan houden we toch ons eigen toernooi. Kunstgras op de vloer, ballen aan een slinger in de lucht en het publiek op de muur geplakt.”

De aankleding komt uiteraard uit eigen persen. “We maken ook producten in grote oplages, maar het liefst werken we aan unieke projecten.”

*Het moge duidelijk zijn waar de naam Wi(lly)ha(ns)bo(sch) vandaan komt.

**Het is een aardigheid om deze cases te lezen. Nu je toch zit. Klik.

In beeld..

Niks is te gek (2)

“We trokken ons terug in het Janus-hok”

Ruud is een rasechte Nulander. Een Waoterrijker. Begaan met het dorp en jarenlang betrokken bij het plaatselijke carnavalsfeest. ‘Vruuger’ bouwde hij wagens voor de optocht en later vormde hij samen met vrienden Twan Vrijsen en Johan van den Hanenberg de redactie van ’t Waoterrijkse Logbuukske. De krant die speciaal voor het festijn werd uitgegeven en garant stond voor mooie verhalen, veel schik én een vracht aan prijzen.  

“Op een gegeven ogenblik lag dit compleet op z’n gat en besloten wij dit op te pikken”, gaat Ruud terug naar het jaar 2003. “We hadden maar één eis: alle vrijheid.”

“Het is pure cult in Nuland”

Janus oh Janus
Die kregen ze. En daar maakten ze dankbaar gebruik van. Ze bedachten een personage die een belangrijke rol moest krijgen in het boekwerk. Zijn naam: Janus de Zeebink*. De robuuste carnavalsvierder heeft inmiddels al heel wat meegemaakt met alle Waoterrijkers. En andersom. “Hij is uitgegroeid tot een icoon. Er is zelfs een mascottepak gemaakt en Janus heeft zijn eigen lied: ‘Janus oh Janus’. Het is pure cult in Nuland.”

Snoeppapier
Maar met Janus alleen vulden de drie geen ‘buukske’. Dat wilden ze ook niet, want er moest wat vets bij alle Nulanders op de deurmat vallen. Ze maakten er werk van. Johan en Twan schreven de verhalen en Ruud verzorgde de opmaak. “Daarnaast haalden we er fotografen en een tekenaar bij. Professionals uit onze eigen kring, omdat we het niet halve bak wilden doen.”

Dat gebeurde zeker niet. Het was hooguit last-minute. Twee weken voor de deadline gingen ze als malloten aan de slag en tijdens de laatste 48 uur sloten ze zich op. “We trokken ons terug in het Janus-hok. Daar hadden we veel koffie én bier. Soms maakten we 20 uur per dag en waren we zelfs dronken. Dan kwam de voorzitter met bitterballen langs.” Het eindresultaat leed er nooit onder en er waren altijd wel een paar dingen die een exemplaar uniek maakten. Mooi voorbeelden? “We hebben wel eens snoeppapier verwerkt en de krant gebundeld met een ringband in de rug ”, vertelt Ruud met gepaste trots. “Daarnaast zat er een pop-up in verwerkt die omhoog komt bij het bladeren. Hier waren we fan van.”

“We maakten 20 uur per dag”

De jury’s van de Krantenwisseltrofee** bleken ieder jaar onder de indruk, want ‘t Waoterrijks Logbuukske sleepte de ene na de andere prijs binnen. “Daar was het ons niet om te doen, maar dat maakte het wel extra leuk.”

Made by Wihabo
Na heel wat fraaie edities gaven de drie carnavalminnende Nulanders het stokje over en inmiddels heeft de derde-generatie-redactie de pen. Toch hoeft Ruud het niet helemaal los te laten. “We maken hier jaarlijks tien tot vijftien kranten voor de dorpen uit de regio. Natuurlijk ook voor Nuland. En iedere keer probeer ik mee te denken om er wederom een unieke uitgave van te maken.”

*Op Twitter omschrijft Janus zich als volgt: eindredacteur, artdirector, fotograaf, tekenaar, columnist, roerganger, infiltrant, correspondent en vooral speciale verslaggever voor ’t Waoterrijks Logbuukske.

**Verkiezingen voor de beste carnavalskranten van Brabant. De vak- en de publieksjury kozen de winnaars in verschillende categorieën.